Investeren
in vastgoed

Er zijn twee manieren om in vastgoed te investeren: onrechtstreeks of rechtstreeks.

Bij onrechtstreeks beleggen, of passief investeren, stop je je spaargeld in investeringspanden. Dan ben je niet de eigenaar van het pand, maar krijg je wel een deel van de huurinkomsten. Het risico van dit soort investeringen is kleiner, maar ook het rendement is kleiner.

Bij rechtstreeks investeren, ook wel het 'buy and hold'-principe genoemd, koop en verhuur je zelf een woning, appartement, kantoor of studentenkamer. Het rendement ligt hier hoger, omdat je niet enkel maandelijks maar ook op het einde van de rit (bij een eventuele verkoop) een mooie som verdient. Let wel: verhuren brengt ook kosten met zich mee.

1. Vastgoed brengt meer op dan een spaarboekje.
2. Een vastgoedinvestering is minder risicovol dan de aandelenmarkt.
3. Investeren in vastgoed is simpeler dan aandelen kopen.
4. Je kan geld lenen voor je vastgoedinvestering.
5. De overheid stimuleert vastgoedinvesteringen.

Huuropbrengst is vrijgesteld van belastingen. Houd er wel rekening mee dat je belastingen moet betalen op het geïndexeerde kadastraal inkomen, verhoogd met 40%.

Gebruikt de huurder de woning (of een deel ervan) voor beroepsdoeleinden? Dan betaal je niet enkel een belasting op het geïndexeerde kadastraal inkomen, maar ook op de bruto-huurinkomsten.

Ben je van plan om je pand van de hand te doen? De overheid stimuleert mensen om vastgoed te kopen en verkopen. Dat doen ze in de vorm van een belastingvrijstelling: zo betaal je geen belastingen op de winst of meerwaarde bij verkoop na 5 jaar.

Wil je het pand toch liever vroeger verkopen? Opgelet: dan betaal je een belasting van 16,5% op de gecreëerde meerwaarde. Wil je je tweede woning alsnog snel van de hand doen? Dan doe je dat best binnen de 2 jaar na aankoop. Zo recupereer je nog een deel van de registratierechten.